U moet root zijn om msec te kunnen uitvoeren.
Met de opdracht "msec x" stelt u het beveiligingsniveau x in (x=[0-5]).
Het systeem zal vervolgens worden aangepast aan de instellingen die voor
beveiligingsniveau x zijn gedefinieerd. Wanneer msec zonder parameter
wordt aangeroepen, wordt het huidige beveiligingsniveau afgedwongen,
zonder de beveiliging te verminderen.
Alle wijzigingen worden gelogd bij de AUTH-faciliteit van syslog wanneer
msec niet-interactief wordt aangeroepen (bijvoorbeeld via cron), of bij
de LOCAL1-faciliteit wanneer de aanroep interactief is (bijvoorbeeld
vanaf de opdrachtregel of vanuit Mandriva Linux Configuratiecentrum).
Een uitgebreide beschrijving van de verschillende beveiligingsniveaus
vindt u in de documentatie, in /usr/share/doc/msec-*/security.txt.
Wanneer u wijzigingen wilt aanbrengen in het huidige niveau, gebruik dan /etc/security/msec/perm.local om de nieuwe instellingen voor permissies, eigenaars en groepen af te dwingen (gebruik dezelfde syntaxis als in /usr/share/msec/perm.*, of gebruik de grafische utility drakperm), en /etc/security/msec/level.local om de gewijzigde regels af te dwingen (zie mseclib(3) voor details, of gebruik de grafische utility draksec).
Beschikbare opties:
/etc/security/msec/security.conf
Bevat de configuratie van het momenteel ingestelde beveiligingsniveau.
Deze instellingen kunnen teniet worden gedaan door de waarden in
/etc/security/msec/security.conf.